Tekst: Suzanne Huig
Foto's: Marjon Hoenselaar
‘Ik viel overdag vaak in slaap terwijl ik ’s avonds op tijd naar bed ging. Ik was op school vaak heel moe. Ik kon daardoor niet goed opletten. Ik ben daarom naar de dokter gegaan. Ik was 7 jaar toen dokters ontdekten dat ik narcolepsie heb. Narcolepsie is een zeldzame ziekte. Een zeldzame ziekte is een ziekte die weinig voorkomt. Ongeveer 8.000 mensen in Nederland hebben narcolepsie’, vertelt Lynn.
‘Speciale cellen in je hersenen maken een stofje aan dat regelt wanneer je wakker bent en wanneer je slaapt. Mijn lichaam heeft die cellen kapotgemaakt. Ik mis daardoor het stofje dat regelt wanneer ik wakker ben en wanneer ik slaap’, legt Lynn uit.
‘Ik weet niet wanneer ik in slaap ga vallen. Ik kan overdag ieder moment in slaap vallen. Ik val meestal in slaap als ik iets saai vind. Ik ben bijvoorbeeld een keer in slaap gevallen in de wachtrij voor een attractie. Ik word meestal na 15 minuten weer wakker. Ik ga dan verder met wat ik aan het doen was’, vertelt Lynn.
Lynn: ‘De ziekte zorgt er ook voor dat ik veel droom en ’s nachts vaak wakker word. Mijn dromen lijken soms echt. Ik kan daardoor heel moe worden van mijn dromen.
De ziekte zorgt er ook voor dat mijn spieren niet gelijk wakker zijn als ik wakker word. Mijn spieren zijn een beetje verlamd als ik net wakker ben. Ik kan dan niet bewegen of praten. Mijn spieren verslappen door de ziekte ook een beetje als ik bijvoorbeeld moet lachen of huilen.’
‘Ik neem iedere ochtend een pilletje in. Het pilletje zorgt ervoor dat ik minder snel in slaap val en fitter ben. Ik slaap iedere ochtend en iedere middag 20 minuten. Ik slaap een keer extra op de dagen dat ik sport. Ik slaap op de dagen dat ik naar school ga in een slaapkamer op school. Ik vind het fijn dat ik op school kan slapen. Ik vind het wel jammer dat ik lessen of activiteiten mis als ik slaap’, zegt Lynn.
‘Ik vind het stom dat ik altijd rekening moet houden met mijn ziekte. Ik kan bijvoorbeeld een ongeluk krijgen als ik ineens in slaap val. Ik moet daarom altijd iemand bij me hebben die op mij let. Ik voel me daardoor anders dan andere kinderen. Ik vind dat niet fijn’, zegt Lynn.
Deel dit artikel: